Aanlegprocedure van asfalttegels:

Voorbereiding en uitzetten van de constructie → asfalteren en vastzetten van asfalttegels → inspectie en goedkeuring → bevochtigingstest.

Aanlegproces van asfalttegels:

(1) Eisen voor de onderlaag van asfalttegels: de onderlaag van asfalttegels moet vlak zijn om de vlakheid van het dak na de asfaltering te garanderen.

(2) Bevestigingsmethode van asfalttegels: om te voorkomen dat de asfalttegels door harde wind worden opgetild, moeten de asfalttegels dicht tegen de funderingslaag worden gelegd, zodat het tegeloppervlak vlak is. De asfalttegels worden op de betonnen funderingslaag gelegd en bevestigd met speciale stalen asfalttegelnagels (hoofdzakelijk stalen nagels, aangevuld met asfaltlijm).

(3) Legmethode van asfalttegels: de asfalttegels moeten vanaf de rand (nok) naar boven worden gelegd. Om te voorkomen dat tegels verschuiven of gaan lekken door opstijgend water, moeten de tegels laag voor laag worden gelegd, waarbij de lagen elkaar overlappen.

(4) Legmethode van de achtertegel: bij het leggen van de achtertegel wordt de groef van de asfalttegel uitgesneden, in vier stukken verdeeld als achtertegel, en vastgezet met twee stalen spijkers. Bedek 1/3 van de voeg tussen twee glasasfalttegels. Het voegvlak van de noktegel en de noktegel mag niet kleiner zijn dan 1/2 van het oppervlak van de noktegel.

(5) Bouwvoortgang en waarborgmaatregelen